Overzicht

Om enkel staand te kunnen plassen, of voort te kunnen planten, had het ontwerp veel eenvoudiger kunnen zijn. In het geval van plassen is het slechts een verlengstuk. Effectief voortplanten gebeurt hooguit een tiental keren in een leven.

Een piemel zit veel complexer in elkaar.

Hij zit op het eerste oog op een tamelijk onhandige plek. Ook de ballen eronder lijken maar wat onhandig erbij te hangen. De eikel zit scheef en de voorhuid zit vaak andersom scheef weer in de weg. Het is eigenlijk een heel raar en lelijk apparaat. Op de afbeelding hiernaast lijkt het op een surrealistische mier uit een science fiction film.

Spieren en Botten

In een piemel zelf is geen bot te vinden. Het enige bot dat van belang is, is waar de piemel aan opgehangen is: het schaambeen.

Spieren zijn er wel. Er is een bekkenbodemspier. Die ook gebruikt wordt om “af te knijpen” na het plassen. De sperma- en plasbuis is ook een spier die pulserend samentrekt bij klaarkomen. De bloedvaten naar de piemel zijn ook gespierd, ze knijpen samen om de piemel stijf te kunnen laten worden. De balzak is een huidspier die kan samentrekken bij kou, maar niet enkel daarbij.

De leiders waaraan de ballen hangen zijn gespierd, waardoor deze naar boven kunnen trekken. Zelfs de huid over de piemel is licht gespierd waardoor die samen kan trekken als hij als voorhuid over de eikel naar voren wordt geschoven.

De blaas en de anus worden afgesloten door een kringspier. En de prostaatklier, tussen de piemel en de blaas in, bevat een spier die de sperma loslaat. Vrijwel alle sperma komt uit de prostaat, niet uit de ballen. Op de doorsnede hiernaast is ook goed te zien dat van buiten, aan het lichaam, maar de halve piemel zichtbaar is. Hij loopt door tot van binnen en is twee keer zo lang.

Zenuwen

De zenuwen verbinden alles aan elkaar. De piemel zelf heeft speciale gevoelszenuwen, die van gevoel veranderen kunnen.

Ook de balzak en de anus zijn verbonden, alsmede het rectum, ofwel de binnenkant van de kont. Ook is goed te zien dat dit deel gemaakt is voor een piemel. De hele vorm zit er al in. Het heeft dan ook een tweede kringspier boven om het laatste stukje vrij te houden voor een piemel. En een eigen systeem dat glijmiddel produceert. Zelfs als iemand er nog nooit een piemel in heeft gehad of daar niet aan wil denken.

Tesamen veroorzaken de zenuwbanen het prettige of juist onprettige gevoel. Ze zorgen ervoor dat de spieren bediend worden, de piemel stijf wordt, of sperma schiet. In het laatste geval trekt vaak tegelijk de anus samen en de balzak ook. Het is allemaal verbonden.

Hormonen

Waar de zenuwen het snelle werk doen, doen hormonen het langzame werk. De belangrijkste functie van de ballen is testosteron te maken. Maar er spelen meer hormonen een rol, die uit de hypothalamus in de hersenen komen.

Van testosteron op zich word je niet geil. Het bouwt langzaam op. Op een bepaald niveau krijg je vanzelf zin zoals je ook honger krijgt of slaap. De piemel begint lekkerder aan te voelen. De waarneming wordt scherper. De jacht opent op ofwel geile fantasiën en herinneringen, een partner of porno. De hypothalamus begint endorfinen te maken als het begint, die ook bij roken, drank of drugsgebruik een rol spelen. Het voelt lekker. Zo lekker dat je alles om je heen vergeet.

Door klaar te komen gebeurt het omgekeerde. De hypothalamus produceert Oxytocine en Lactose. En dat verpest alles. De piemel wordt slap en overgevoelig. De belangstelling voor alles sexueels kan zelfs omslaan naar afkeer. Sommige mannen hebben hier bijna geen last van, en kunnen daarna gemakkelijk doorgaan. Ook in de vroege puberteit kan men zo geil zijn dat van de afknapper nauwelijks iets gemerkt wordt. Andere mannen kunnen zijn als een kaars die uitgeblazen wordt. Ze hebben tijd nodig om bij te komen. Dit wordt refractie genoemd.

Piemelhersenen

Het centrale systeem dat alles regelt zit onder in de rug. Vlak boven het stuitbeen.

Hier zit een zelfstandig deel dat bepaalt wat al dan niet geil gevonden wordt en reageert op de hormonen die rond gaan. Het gevoel van klaarkomen komt hier vandaan en wordt doorgegeven naar boven. Het is de plaats waar de “eigen wil” van de piemel zich bevindt.

Sinds de uitvinding van de psychologie en het kunnen scannen van hersenen is men al bezig geweest om te meten wat er in de bovenkamer van mensen gebeurt. Als ze flirten, geil worden of sex hebben. Waar nooit een echt duidelijk patroon uit is gekomen. Dat komt omdat het belangrijkste daar niet gebeurt. Daarom zijn zaken als conversie therapie voor homo’s of praten met sexueel delinquenten zo weinig effectief, of maken het laatste zelfs erger. Je “bent” homo, hetero, bi of asexueel, letterlijk omdat je piemel dat leuk, leuker of het allerleukst vindt. Of niet. En dat gebeurt beneden. Wat vervolgens weer als prettig of niet prettig aan de hersenen boven wordt doorgegeven. Daarom zijn al die zaken geen “bewuste keuze”. Het verstand en het bewustzijn zit boven in het hoofd. Het piemelverstand zit beneden. Het verstand boven tracht enkel te verklaren wat het van beneden door krijgt. Er iets aan veranderen kan het echter niet. Er is geen man die bewust kan besluiten of kiezen om een stijve te krijgen. Ook dat wordt beneden bedacht. Een man kan het zelfs zeggen tegen zijn piemel maar die trekt zich daar niks van aan. Het #metoo gedrag komt er overigens ook uit voort, bij mannen die hun piemelverstand en bewust verstand niet kunnen scheiden maar ook niet snappen dat het andere geslachtsverstand ook mee moet zijn om het leuk te maken. Het zelfde komt net zo goed voor bij vrouwen alleen dat mag doorgaans niet gezegd worden.